Geologietermen
Deze termen heb ik verzameld toen ik bij het NOB de TELEAC-serie ‘Ontdek de geologie’ vertaalde.
*[metamorfe graad]
*[smelt] (magma is geen echte vloeistof)
*basisch gesteente is bazaltisch
*het Amerikaanse Korps der Genie
*intermediaire gesteenten – stollings- (meng. mafisch/felsisch)
*kam en trog van een golf
*migmatieten – mengeling stolings-/metamorfe gesteenten
*textuur (Nederlands) betreft onderlinge relatie tussen de korrels in een gesteente (o.a. rangschikking, korrelgrootte en -vorm).
*zuur gesteente is bijv. graniet (granitisch)
?kettle – gletsjermolen
?longshore current – kuststroming (met sediment: kustdrift)
abrasion – abrasie
abrasion – abrasie etc.
alluvial fans – puinwaaiers
aquifer – watervoerende laag
aquitard (=aquiclude) – ondoorlatende/impermeabele laag
artesian – artesisch
auxiliary – (ook in titels) (bij Low Sill) extra (dam)
backwash – golfterugloop
bajada – bajada
base level – erosiebasis
bed – laag
bed load – bodemlast
bedding – gelaagdheid (stratification)
bedding plane – laagvlak
bedrock – vast gesteente
blow-out – windkuil
blue chist – blauwschist
braided stream – verwilderde rivier
canyon – canyon
channel – rivierbedding (soms: kanaal) (soms: stroomgeul?)
chert – hoornsteen
cut bank – stootoever, holle oever, steile oever
dendritic pattern – zie boek Teleac
diatom – idem/kiezelwier, -alg
differentiation – differentiatie
dike – dyke
discharge – debiet, het
distributary – vertakking
drill core – boormonsters
effluent (`uit het grondwater’) – effluent(ie)
end moraine – eindmorene (grote berg till)
esker – esker, smeltwaterrug, lang en slingerend
fault – breuk
felsic – felsisch (kwarts, kaliveldspaat, plagioklaas)
firn – firn (gecompacteerde sneeuw)
flash floods – idem (boek Teleac)
flood plain – riviervlakte
fold – plooi
gabbro – grofkorrelig, ultrabasisch gesteente bestaand vooral uit plagioklaas, olivijn en pyroxenen.
hydraulic action – …
ice sheet – ijskap
igneous rock – stollingsgesteente
incised meander – ingesneden meander
inclusion – insluitsel
intersecting pattern – …
interstice – tussenruimte
intrusive – intrusief
joint – spleet, barst, scheur
komatites – komatiiten
laccolith – lakkoliet
levees – oeverwallen
mafic – mafisch (met veel ijzer en magnesium): olivijn, pyroxenen, amfibolen en glimmers, bijv. gabbro.
mass wastage – massabeweging
mountain building – gebergtevorming
nappe – dekblad (met “fold-: plooidekblad)
pediment – pediment
peneplain – vereffeningsvlakte (boek Teleac: peneplain)
phaneritic – …
platy -…
playa – playa
plucking – losrukken
plutonic – plutonisch (diep gevormde intrusies)
point bar – meanderrichels
potassium feldspar – kaliveldspaat
progressieve metamorfose – higher metam. grade = …
progressive – progressieve metamorfose
radiolaria – idem/straaldiertjes
reaction series – reactiereeks (continue tak en discontinue tak) van Bowen
refraction – golfrefractie
revived river/rejuvenated stream – verjongde rivier
rock record – (geen term voor)
saltation – saltatie
sandspits, baymouth bars – schoorwallen
schist – schist
seawall – strandmuur
silica – silica
silica and alumina – silicium- en aluminiumverbindingen
sinkhole – doline
snowball garnet – sneeuwbalgranaat
soil moisture – bodemvocht (in de titels)
stoping – stoping
striation – streping
swash – golfoploop
thalweg – stroomgeul
till – till (gletsjerpuin aan randen gedeponeerd)
traction load – …
trellis pattern – …
tsunami – (seismische) vloedgolf, tsoenami
ultra betekent: meer dan 90%
uniformity – uniformitarisme
uplift – opheffing
water table – grondwaterspiegel
wave base – golfbasis
wave front – golffront
zone of accumulation – accumulatiezone
zone of wastage – ablatiezone
StatCounter – Free Web Tracker and Counter